In Amerika is het een erkend probleem, in Nederland heeft het probleem middels tv programma's steeds meer bekendheid gekregen: hoarding, of obsessieve verzameldwang. Naar schatting heeft één op de tweehonderd mensen zo’n blinde verzamelwoede.
Vermaard zijn de broers Langley en Homer Collyer. Zij leefden jarenlang als kluizenaars in hun appartement aan Fifth Avenue in New York, waar zij na een anonieme tip in 1947 dood werden aangetroffen. De woning was compleet volgestouwd. In totaal haalde de politie 103 tonspullen uit het huis.
Onder de bezittingen van de gebroeders Collyer waren diverse kinderwagens, waarvan één voor poppen, verroeste fietsen, bedorven voedsel, aardappelschilmesjes, een wapenverzameling, glazen kandelaars, bowlingballen, foto- en filmapparatuur, het vouwdak van een koets, drie paspoppen, geschilderde portretten, pin-upfoto's, gipsen bustes, verroeste boxsprings, de kerosine kachel, een kinderstoel (de broers waren altijd vrijgezel en kinderloos gebleven), meer dan 25 000 boeken, waaronder duizenden over geneeskunde en techniek en meer dan 2500 over recht, menselijke organen in potten, acht levende katten, het chassis van de T-Ford, wandtapijten, honderden meters ongebruikte zijden en andere stoffen, veertien piano's, een klavichord, twee orgels, banjo's, violen, hoorns, accordeons, een grammofoon met platen en tientallen bundels met kranten en tijdschriften, sommige tientallen jaren oud.
Reacties